Bij deze bijeenkomst krijgt u een gratis kopje koffie of thee.

Joep Dohmen en Lindy Jense geven hun kijk op het literaire werk van Chris en belichten verschillende aspecten. Jeanine Schreurs leest fragmenten voor uit Chris Huinders boeken. Jos van Beurden is moderator en zorgt voor een dynamische bijeenkomst.

Chris Huinder: zijn werk en leven

Vughtenaar. Wereldreiziger. Maatschappelijk betrokken. Schrijver van verhalenbundels en romans. Er zijn veel kenmerken die men kan toeschrijven aan Chris Huinder (1950 – 2018). Op maandag 2 september wijdt Bibliotheek Vught een avond volledig aan de schrijver. Onder leiding van onderzoeker en schrijver Jos van Beurden delen filosoof Joep Dohmen en journalist Lindy Jense hun kijk op het literaire werk van Chris, de thema’s die in zijn werk centraal staan en wat zijn drijfveren waren. Jeanine Schreurs leest fragmenten voor uit zijn boeken. De lezing vindt plaats in DePetrus.

Veelzijdige carrière
Chris Huinder is geboren in Jakarta (1950), hij kwam als peuter naar Nederland en groeide op in Kindertehuis Maria Goretti in Tilburg. Hij ontwikkelde zich al snel tot een zelfstandige en ondernemende persoonlijkheid. Chris studeerde politicologie en kunstgeschiedenis, werkte als journalist in Portugal, als fractiemedewerker in de Tweede Kamer, werd sociaal onderzoeker en werkte voor verschillende maatschappelijke organisaties. Vanaf 1990 woonde hij met zijn partner en drie kinderen in Den Bosch en Vught. Hij overleed in 2018.

Verschillende gezichten
Chris schreef twee verhalenbundels en twee romans. In zijn werk was Chris onderzoekend, veelkleurig en lijkt hij verschillende gezichten te hebben. De twee verhalenbundels – ‘Stenen in het hoofd’ (2016) en ‘De wimpers van Franco’ (2017) - zijn speels en luchtig. De verhalen spelen zich af in verre landen en dichtbij, in Den Bosch (“Het Bosch diner”) en Vught “De dame en de meid”). In de twee romans – ‘De verloren jaren van Martin McGrew’ (2014, tweede druk 2016) en ‘Liefde in Lissabon ‘(2018) - staat de zoektocht centraal van jongens die hun ouders nauwelijks hebben gekend. Hij beschrijft de moeizame pogingen om de eigen kindertijd en jeugd te begrijpen en te snappen wat hun ouders hebben gedaan en waarom ze er niet waren.